top of page

Zita (Theunynck)

Bijgewerkt op: 3 mrt 2024

Ik stap het kantoor uit en check eerst mijn gsm om te zien hoelang ik deze keer ben blijven plakken. Ik mag Peter wel, de bankier, en moet mezelf er soms actief aan herinneren dat ik ook naar iemand anders (ja, dat is meestal mijn mama) moet luisteren voor ik blindelings zijn adviezen opvolg. Het is en blijft natuurlijk zijn job om mij te overtuigen, maar hij is er wel verdomd goed in. De vorige keer bleven we eindeloos vertellen over onze avonturen


ree

in Albanië, waar hij al 3 keer geweest was en ik twee weken geleden mijn 5 maand reizen had afgerond. Deze keer kwam ik erachter dat hij maar drie dagen per week bij de bank werkt en daarnaast fietsen herstelt, net op de dag dat de fietsenmaker mijn fiets er niet meer bij kon nemen.


Ça va nog, het had maar een uur en half geduurd, dat is minder dan de vorige keer. Ik had nog een half uur voor ik op mijn volgende afspraak moest zijn. En ik kan niet zo goed uitleggen wat er daardoor gebeurde, maar ik kwam zowat op automatische piloot ineens in de boekenwinkel iets verder terecht. Met jouw boek in mijn totebag (en hoofd), de bladwijzer nog zo’n twintigtal pagina’s van het einde verwijderd.


Nog wat opgefokt van het maatschappij-beklag waarmee Peter en ik ons gesprek hadden afgerond, trek ik de deur open en glip naar binnen. De ontspannende muziek brengt me met een kleine schok terug in de realiteit. Anna, je staat in een boekenwinkel (die niet in het tl licht baadt, een echte boekenwinkel!), je wordt geacht hier wat rustiger te zijn dan daarnet toen je die tirade afstak.

Ik word begroet door de winkelier. Wat een toffe setting om in te werken eigenlijk, dat heb ik al vaak gedacht. Hoe tussen boeken werken waarschijnlijk bakken minder frustrerend is dan met mensen, en hoe het publiek daar heel anders is dan bij ons in Brussel. Met die muziek kan je volgens mij ook niet anders dan rustig zijn en rust uitstralen naar je klanten toe (of dat maak ik mezelf graag wijs als ik thuis een zoveelste Lo Fi-playlist opzet).


Ik besef ineens heel goed dat ik hier zonder concreet plan sta, en begin een beetje rond te draaien op zoek naar een sectie waar ik wat titels kan lezen en covers bekijken. En dat brengt me naar jouw boek, net naast de kassa. Ik weet niet waarom, want ik heb het dus gewoon in mijn tas zitten, maar ik pak toch het bovenste exemplaar van de stapel. Gisteren zei ik nog tegen mijn lief dat ik het boek zou kopen, gewoon om sommige stukken te kunnen fluoresceren, zodat ik er af en toe eens door zou kunnen bladeren om die momenten te herbeleven. Hij begreep direct dat dat niet gelogen was, want ik las het grootste deel van je boek naast hem in de zetel, terwijl hij de nieuwste Mario (Wonder, blijkbaar, ik vroeg het even na voor de volledigheid van dit verhaal) aan het spelen was, hij hoorde dus hoe vaak ik moest lachen met bepaalde passages (ik ben eigenlijk blij dat hij me de laatste 100 pagina’s niet heeft zien lezen, dat was deze ochtend pas, voor mijn afspraak bij de bank. Ik ben een paar keer gestopt met lezen omdat mijn afspraak bij de bank dichterbij kwam en ik echt een rode panda ben als ik net heb zitten huilen, zo wilde ik niet onder de mensen komen, maar je boek moest ook echt dringend terug naar de bib - dilemma).


Ik draai het boek drie keer om in mijn handen en kijk dan omhoog. De winkelier is me gade aan het slaan, dus ik flap er ineens uit “heb je iets gelijkaardig? Ik ben dit momenteel aan het lezen-” hierbij haal ik het exemplaar van de bib uit mijn tas “maar het is bijna uit, en ik denk dat ik nu onmiddellijk een volgende boek moet vinden, anders ga ik waarschijnlijk weer even stoppen met lezen.” (want zo gaat dat dan bij mij).

Hij is volgens mij een beetje overdonderd, en het duurt even voor mijn woorden doordringen, maar dan schiet hij in actie.

“Ik heb natuurlijk haar eerste boek momenteel niet binnen…”

“Dat heb ik eigenlijk ook al gelezen, dus dat is niet zo erg.”

Hij denkt verder.


Het wordt spectaculair, beloofd en ik hebben samen heel wat kilometers afgelegd zonder elkaar te leren kennen. Toen ik vorig jaar met een vriend op reis was, voor een maand doorheen de Balkan, heeft het de hele tijd meegereisd op zijn e-reader. Hij heeft doorheen die reis ongeveer elke dag gezegd dat het boek echt iets voor mij zou zijn, en ik heb even vaak gezegd dat ik echt niet in de stemming was om te lezen (dat was al een half jaar het geval). Hij las elk vrij moment, stond vroeger op om aan de kust te gaan lezen, ik keek intussen slechte Netflix series aan sneltempo. Een maand of drie na onze reis kwam ik bij een vriendin thuis, met het idee mijn leven te beteren, en vroeg haar of ze toevallig geen goed boek had liggen, en toen gaf ze me hetzelfde verhaal dus. Ik las het in een keer uit.


Het kan zijn dat ik het achteraf romantischer wil voorstellen, maar voor the sake of the story zeg ik het lekker toch, dat boek bracht me terug naar mijn liefde voor schrijven. Want het gaat eigenlijk over niks bijzonder, en tegelijkertijd ook gewoon over alles. Een ode aan het leven, waar we niet altijd grootsheid moeten nastreven. Iets waar ik in mijn verhalen ook graag bij stil wil kunnen staan. Ik pikte de pen weer op en begon met elke dag een gedicht te schrijven. Gelukkig deed mijn (intussen dan toch) lief toen ontzettend vaag en had ik héééél veel inspiratie. Later botste ik op een open mic voor schrijvers, een extra motivatie om elke maand een nieuw stuk klaar te hebben, maar het was pas toen ik kortverhalen (of de annakdotes zoals ik ze tegenwoordig liever noem) voordroeg dat alle stukjes op hun plaats vielen.


Vorige maand begon ik opnieuw met lezen. Ik dacht dat het een betere avondroutine zou zijn dan bingewatchen (kom, nog een aflevering - maal vijf en dan stikkapot zijn de volgende dag, en het toch gewoon allemaal opnieuw doen). En ineens was het daar: je tweede boek. Ik had geen idee waar het over zou gaan, -dat maakte trouwens ook echt niks uit-, ik moest en zou het lezen. En dat deed ik dus.


Wat een voorrecht, om met jou de reis te maken langs goedkope koffiebonen, zetel-koop-drang, zuurdesem boterhammen met avocado, spijtig genoeg ook een resem aan onrijpe follikels, 10 kg rauwe pindanoten, een paar kakverhalen, helaas ook flashbacks naar die teelbalcorona, maar vooral je relatie met Lorenzo, die oh zo herkenbaar is. Een partner die denkt in oplossingen wanneer je gewoon eens goed wilt (of ja moet zelfs, zo voelt dat voor mij soms, ik weet niet of dat aan mij ligt?) zagen en die niet mee in paniek slaat maar precies altijd een noodoplossing achter de hand heeft, (waar halen ze die toch steeds?), een die de pot yoghurt niet leeggegeten heeft voor je op reis vertrekt (been there, wij hebben die pot dus wel meegenomen op de trein en ik heb nog een poging gedaan om ze leeg te eten in de luchthaven zelf - want je moet zo lang op voorhand komen, tijd genoeg dacht ik, maar het eerste dat je doet is uiteraard door de controle gaan die je je yoghurtpot kost, dus dat was mislukt, op onze eerste reis samen… maar we hebben dat fiasco overleefd en het is gelukkig later niet meer gebeurd), een die de bedden niet opmaakt (wij slapen hier soms rechtstreeks onder het donsdeken, als mijn moeder dat zou weten!), en mij in het hoekje van de zetel laat zitten (nooit bij stilgestaan hoe lief dat eigenlijk is, maar wij hebben een slaapzetel, dus hij hoeft zijn benen niet per se op het ongemakkelijke salontafeltje te leggen). Ik las je verhaal naast mijn Lorenzo (maar dan zonder o, grappig he) in die zetel en vroeg me -niet eenmalig- af of hij gewoon een dubbel leven zou leiden waar hij dan tegen jou zegt dat er een o achter zijn naam staat… Alhoewel ik denk dat ik daar iets te high maintenance voor ben, hij heeft helemaal geen tijd voor een dubbelleven, hij heeft zijn handen al vol met mij alleen denk ik… (Ah, bij mij is het trouwens ook ontzettend verontrustend als ik eens niks te zeggen heb, dat heb je misschien wel door als je dit leest).


Wat een plezier om in je hoofd te hebben mogen leven deze afgelopen week! (Al leek het soms verdacht veel op het spiegelpaleis van de halfvastenfoor). Ik weet de volgende keer mijn antwoord op de vraag “met welke bekende persoon zou je graag eens uit gaan eten?” want sorry, wat heb ik nu aan een diner met de gemaakte president van ergens ver weg (ook al zijn er een paar die ik graag eens onder hun voeten zou geven) of een omhooggevallen acteur/zanger/regisseur (want je moet tegenwoordig blijkbaar alles zijn?), of iemand die vaginageurkaarsen verkoopt, als ik gewoon met een ontzettend oprecht, ontwapenend, persoon aan tafel kan schuiven?


Maar ik had het dus over die man in de boekenwinkel, want hij was intussen aan het nadenken over een waardige opvolger. Hij vroeg me of de thematiek hetzelfde moest zijn. Maar ik zou waarschijnlijk een boek over statistiek lezen als jij het geschreven had (wil je alsjeblieft nooit een boek over statistiek schrijven?), dus ik zei “gewoon, een boek uit het hart, iets ongeremd, eerlijk, relatable”.

Moest het je interesseren, dit zijn de boeken die volgens hem in dezelfde categorie thuishoren:

  • Annie Ernaux, Het Voorval, over de abortus (ik schaam me een beetje om toe te geven dat ik het hier dus niet kon laten om te zeggen “ah, een beetje het tegenovergestelde van Dit is niet wat er zal gebeuren dan?!”, maar euhm, zo ga jij ook om met ongemakkelijke situaties, dus ik zeg het lekker toch) die de schrijfster ondergaat in het Frankrijk van de jaren ‘60, toen helemaal niet evident, vandaag op veel te veel plaatsen (binnenkort) ook niet meer dus zeker de moeite waard, zei hij.

  • Joan Didion, The Year of Magical Thinking, over hoe de schrijfster omgaat met het overlijden van haar man.

  • Nele Van Den Broeck, Iemand Anders, het verhaal van een vrouw die gedumpt wordt door haar echtgenoot en ineens terug thuis moet gaan wonen en dan een paar (ik citeer de cover aangezien ik het nog niet gelezen heb) ‘volstrekt verkeerde maar vermakelijke keuzes’ maakt.

Niet tegen onze Lorenzo zeggen, maar ik koop ze alle drie. Ik hoop zo genoeg boek te hebben om het gat dat achter zal blijven, na die laatste twintig pagina’s van jou, op te kunnen vullen.


En nu moet het boek echt wel terug naar de bib, ik heb intussen mijn vangnet, dus ik denk wel dat ik het kan. Ik neem de tram richting het stadscentrum en lees onderweg verder. Ik lees terwijl ik de halte waar ik eigenlijk wilde afstappen zie voorbijgaan, ik lees terwijl ik naar de bibliotheek wandel, ik lees verder in het licht van de studerende studenten wanneer ik langs het raam van de Krook wandel en ik lees je uit terwijl ik aan het terugbreng-punt sta. Dan laat ik je los, op de loopband met ophaalbrug, en je bent weg. Wat nu gedaan? Misschien haal ik je alsnog in huis, om die plezante passages dan toch maar te highlighten.


PS: Wil je alsjeblieft nooit meer een zwarte pagina in een boek over de grens tussen leven en dood steken? Ik moest nu toch wel echt tot aan dat blad geraken voor ik ging slapen en dat was best een korte nacht daardoor…


Opmerkingen


Bekijk hieronder ook mijn socials

  • alt.text.label.Instagram
  • Pinterest
  • Facebook

©2023 by annakdotes, Anna Van Breugel

bottom of page