Vriendschip
- Anna Van Breugel
- 2 mrt 2024
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 3 mrt 2024
Meer dan een jaar geleden maakte ik het uit met een vriendin.
(Al klinkt dat een pak volwassener dan hoe ik het aangepakt heb).
Ze is er altijd voor mij geweest, altijd.
Toen ik mezelf totaal verwaarloosde, nam zij alle zorg op zich.
Ze zorgde ervoor dat ik at,
ze sleurde me het huis uit,
ze zette me weer aan het lezen,
ze zette warme koffie,
stelde me voor aan nieuwe vrienden,
nam de gamenights over toen mijn huis daarvoor geen plaats meer was,
ze leerde me ontspannen in een wellness en yoga studio,
ze liet me vertellen.
Het was zo’n vriendin die mensen voor jou haat.
Omdat ze jou kwetsen,
omdat ze jou negeren,
gewoon,
omdat ze raar naar je keken.
Ze bracht me het mooiste cadeau dat ik ooit zal krijgen,
mijn eerste kat.
En een jaar later mijn tweede.
Toen onze vriendschap op volle toeren draaide, vertrok ik op reis.
Naar mezelf, maar vooral heel ver weg van alles hier,
en een poging tot ver van mezelf ook denk ik.
Ze bleef achter, en ze wachtte.
En ik kwam terug, en ik ging weer weg,
en ik kwam terug, en ik ging weer weg,
en toen kwam ik terug.
Maar ik was niet echt terug.
Ik was onrustig, en ik zat vast.
In mijn huis, in mijn hoofd, in dit land, in de knoop.
Ik moest terug aan het werk, ik moest weer leren wonen.
Ik kon niet meer plannen, ik wou het allemaal niet horen.
Ze heeft altijd het hart op de tong gehad.
Denk dat het enige nadeel daarvan is
dat je woorden zo geen tussenstop in je hoofd moeten maken.
Haar opmerkingen kwamen hard aan.
Waar ik vroeger geen antwoord gaf, deed ik dat intussen wel.
Nooit gemeen, maar ze had nooit het vel gehad waar zoiets gewoon af gleed.
Ik had gehoopt na al die tijd samen met mijn opmerkingen
warmte uit te kunnen stralen
in plaats van oordeel, maar dat was niet zo.
Haar zoveelste opmerking liet een wonde achter die er nog steeds zit.
Ik gaf geen antwoord, maar ik stond op en begon in te pakken.
Herinneringen die ik wou houden, momenten om te koesteren.
Souvenirs en verhalen, recepten die we samen maakten, allemaal in de tas.
De dynamiek veranderde.
Ik herkende een patroon.
Een sleur waar ik mezelf uit gedwongen had
en nu terug in meegezogen werd.
Het was zo’n warme vriendin.
Een geweldige bondgenoot.
Een waarmee je aan de startlijn wilt staan.
Een waarmee ik de eindstreep niet haal.
Omdat ik te hard gewerkt had
om in kringetjes te blijven gaan.
Omdat ik mezelf echt aangeleerd had
geen verstoppertje meer te spelen met externe factoren.
Excuses zijn gemakkelijk bedacht,
maar moeilijk af te schudden.
Ik verkleed me niet meer in
“het was niet mijn fout”,
“maar iedereen was gebuisd”,
“die haat mij gewoon”
maar kijk mezelf in de ogen, voor de spiegel.
Het was een mooie vriendschap,
waar ik veel uit geleerd heb,
(ook hoe sommige bochten voelen, wanneer je je erin blijft wringen,
ik wist niet dat het zo’n uitdaging kan zijn om niet dezelfde love language te hebben
als iemand die zo dicht bij je staat)
en die ik altijd zal koesteren.
Ze kwam op het perfecte moment.
Ik kan me niet inbeelden wie ik zou zijn als zij me niet opgeraapt had.
Maar sommige liedjes eindigen met een fade-out,
en sommige vriendschappen volgen hun voorbeeld.
Ik kan niet zijn wie je nodig hebt.
Niet nu we op totaal andere golflengtes verder gaan.
En ons vriendschip zinkt.
Het anker hangt nog uit
en jij bent nog niet klaar om het op te trekken
maar ik wil vooruit.
We geraken er samen niet meer uit.
Met sommige mensen kan je zo goed samenwerken in noodsituaties.
Maar als de storm gaat liggen,
weet je je ineens geen houding meer.
Angst maakt veel in mensen wakker
en soms gaat niet alles terug slapen.
Soms zijn mensen meer aan elkaar gebonden
door context
dan grond.




Opmerkingen