Mens(elijk)heid
- Anna Van Breugel
- 19 sep
- 4 minuten om te lezen
Het is maandag 15 september, 3 voor 6, en ik ben mijn vertrouwen in de mensheid een beetje verloren.
Ik heb het laatst gezien ergens tussen de plooien van de moord op de jonge Lisa op haar elektrische fiets.
Soms, tijdens het wandelen, overvalt me even de geur, alsof ik door een wolk heen loop en net dat stukje lucht had beslist om nostalgischer te ruiken dan de rest. Een geur die zoveel gevoelens terug naar de oppervlakte kan brengen, die soms sterker lijkt dan het menselijke brein of foto’s en filmpjes, dan gelijk welke andere zintuiglijke herinnering. Het ruikt naar betere tijden, solidariteit, luistervaardigheden en vertrouwen.
Ik vind het in de resterende kruimeltjes, reacties onder het zoveelste slechte nieuws van de week. Mensen die hun nek nog durven uitsteken, en dat niet enkel doen als er een groen kadertje rond hun profielfoto komt te staan, zoals ik, die enkel virtueel roept tegen goede vrienden, die allemaal sowieso al aan hetzelfde zeel trekken als ik.
Onlangs dacht ik het teruggevonden te hebben. Zoals ik vroeger kledingstukken kwijt kon spelen op mijn slaapkamervloer, en die dan herkende aan hun kleur, dat ene hoekje dat buiten de rest uit kwam, naar adem snakkend, en zo z’n positie verraadde - waardoor ik dan vond dat ik tegen mijn moeder mocht zeggen dat ik orde in de chaos zag.
Het was van korte duur, want naast de genocide in Gaza die intussen al zo lang onbestraft door kan gaan - word ik nu ook bestookt met beelden uit Soedan, die we al zo lang negeren. En ik denk even terug aan hoe snel mensen hun deuren openden voor de vluchtelingen uit Oekraïne, en ik aan die sterke, Afrikaanse vrouwen die ik al 2 jaar begeleidde in Brussel, moest uitleggen dat dat niet voor hen was, dat zij goed zaten in hun asielcentrum in Jette.
Er komt nog een zwarte bladzijde bij in mijn mentale krant - burn-outcijfers lagen nog nooit zo hoog, iets dat mijn generatie treft, in eigen land deze keer. Zou het misschien iets te maken hebben met het kleine schermpje dat ik vasthoud en waarop ik dit bericht lees? Het feit dat er geen uitknop meer is voor de miserie van de wereld - waar altijd iemand wakker is om een mes te trekken in de bus, in te rijden op een massa mensen, de loop van z’n geweer te richten op een (vriend van een) president, of een school vol kinderen?
Zouden we pepperspray legaliseren - lost dat niet alles op? Op ‘t moment dat ik die vraag kan lezen op datzelfde schermpje, verblijft de zoekopdracht “pepperspray kopen België” al enkele dagen in mijn zoekgeschiedenis. In de woorden van die ene vrouw in de comments: “Liever illegaal bezig dan dood, niet waar?!”.
We kochten dit jaar een huis, een mooie fietsroute verwijderd van het station. Ideaal! Geen al te drukke baan, in ‘t groen fietsen, tof, toch? De eerste goedbedoelde opmerking kwam al enkele dagen na de verhuis: “Ga je daar nooit fietsen als het donker is?”, het is dan beter om langs de drukke baan te komen, waar vrachtwagens rakelings langs het fietspad voorbij razen. Het was pas enkele dagen later dat ik mijn tegenvraag gevonden had: “Hebt gij voor uzelf ook schrik op dat pad, of is dat enkel voor mij dat dat geldt?” (en je mag van mij nu zelf eens raden wat het antwoord was).
Het is maandagavond, 12 na 6, en ik ben mijn vertrouwen in de mensheid een beetje verloren. De laatste keer dat ik het gezien had, was het volgens mij in ‘t rood gekleed. Op weg naar Brussel, met de Palestijnse vlag vast, omringd door een rode zee, deinend op de golven van hun gemeenschappelijke empathie.
Is ‘t niet vermoeiend om altijd voor alles en iedereen empathie te hebben? En hoe ver zou die empathie moeten reiken? Gaat het dan over afstand (dus ik geef wel om Europese problemen, maar that’s it!) of is het eerder leeftijdsgebonden (ah, het slachtoffer was geen kind, tant pis!), of gaat het over andere getallen (‘t was gelukkig maar 1 slachtoffer, morgen zijn we dat alweer vergeten). Is ‘t politiek gekleurd (‘t was een Republikein, pro-life, hij zei zelf letterlijk dat er soms slachtoffers zullen moeten vallen om het Second Amendment in stand te kunnen houden, but that’s the price we pay). Is ‘t dan goed te praten omdat het zo ironisch is, of toch niet?
Het is maandagavond, 15 september. Er zit een baksteen in mijn maag.
Ik leef snel mee met mensen, heb graag diepgaandere gesprekken met mensen.
Ik heb intussen al een paar dagen schrik om gesprekken de politieke toer op te laten gaan. Ik ben van mijn instagram verslaving af aan het geraken, en de reden is gewoon de wereld zelf. Mag ik alstublieft nog eens een kattenfilmpje zien? Of een recept opslaan dat ik nooit klaar ga maken? Een koppel dat een bus ombouwt tot een huis op wielen, terwijl ik niet eens een rijbewijs heb. Een filmpje met tips om speelgoed voor baby’s zelf te maken - ook al heb ik geen kinderen?
Hoe komt het dat ik mij nu al druk moet maken over het feit dat als ik er ooit een zou hebben, die ongevraagd filmpjes zullen zien van steekpartijen, shootings en verkrachtingen? (om nog maar te zwijgen van de optie dat ze één van de sterren van het filmpje zijn!)
Waarom heb ik mijn hypothetische kinderen nu al het recht op een smartphone moeten ontzeggen, zonder ze ooit de kans te geven er verantwoord mee om te springen? Of zijn smartphones tegen dan zó 2025 en keren ze terug naar de eenvoud? Zouden ze mij vragen om hier samen een moestuin te beginnen en zelf alles van scratch te maken (ik heb daar al heel wat filmpjes voor opgeslagen, dus ik ben er wel klaar voor!)?





Opmerkingen