Onze zielen dansten
- Anna Van Breugel
- 23 okt
- 2 minuten om te lezen
En al was het maar tijdelijk, onze zielen vonden een gezamenlijke rustplaats. Ze vlochten voor even hun levens aan elkaar en hielden elkaars hand vast om een stuk van de weg samen te bewandelen.
Al was het maar even, ze huppelden samen op het tempo van onze hartslagen en volgden de stroming van de tijd die ons toen goed gezind was.
Ze zochten samen naar een schuilplaats toen het voor het eerst stormde, en hielden elkaar warm en droog tot de zon weer boven de wolken uit kwam.
Ergens in de loop van de jaren geraakten ze hun kleur wat kwijt. Ze huppelden niet meer maar slenterden verder, hun ritme niet meer op elkaar afgestemd.
Doorheen de muziek klonk hier en daar een valse noot, en waar die eerst onopgemerkt bleef, zinderde ze nu na of weerklonk ze schel genoeg om zelfs onze omgeving even uit evenwicht te brengen.
Verwoede pogingen op hervlechten later, schuilplaatsen die niet langer de koude buiten konden houden verder, komen de handen van die zielen uiteindelijk toch los.
Je verlaat het nest dat we samen bouwden, ik moet weer even ontdekken hoe ik ruik als je er niet steeds bij bent. Hoe de stilte klinkt, of mijn gedachten, als ze geen rondjes rond jouw aanwezigheid en de meerwaarde ervan blijven lopen.
Het appartement voelt zovele malen groter, mijn hart ook. En de dansvloer voor mijn geest, het ritme ligt wat hoger, de noten klinken zuiverder, geen ingehouden frustraties, geen fluistertonen meer.
Je bent weg en ik dans tot ik spieren voel waarvan ik niet wist dat ik ze had.
Onze zielen dansten, al was het maar tijdelijk, samen door het leven heen.
Mijn ziel danst nu alleen door, voor het eerst niet wachtend op een danspartner. Minder voeten om over te struikelen, ik bepaal mijn eigen tempo wel.




Opmerkingen